vrijdag 17 februari 2012

Soms heb je van die momenten:

Vandaag kwam er een reactie over de mail die ik jullie niet wil onthouden. Zo zie je maar weer hoeveel en diepgaand werk er verricht wordt om een antwoordt te formuleren:

Ik was niet zeker over wat ik zou moeten antwoorden en dus heb ik contact opgenomen met een aantal leden van de vereniging Hirsman, de stichting het reewild en een aantal jacht opzichters van staatsbosbeheer. Na het mailen van het artikel en de bijgeplaatste foto bleken er toch diverse meningen te zijn ontstaan. Vandaar dat er een samenkomst werd georganiseerd in de kantoor villa van de vereniging het reewild.

Toen begon het gedonder. Daar in het artikel niet stond vermeld met welke hondenras de nazoek werd gedaan melde de vereniging Hirsman zich af. Zij wilden alleen medewerking verlenen als er nazoek was gedaan met een hond die behoorde tot één van de rassen die zij vertegenwoordigen. Ik heb toen contact opgenomen met de Nederlandse teckelclub en de Nederlandse brakken vereniging om hen uit te nodigen aanwezig te zijn bij de bijeenkomst in de kantoor villa van de stichting het reewild. Echter vroegen zij mij of de voorjager van de zweethond ook lid was van een van de genoemde verenigingen en dat kon ik niet bevestigend beantwoorden. Daarop besloten ook zij hun medewerking niet te verlenen.

Van staatsbos beheer kreeg ik de vraag om de naam van de jager die het schot had geplaatst aan hun mede te delen zodat zij in de gelegenheid waren na te gaan of deze meneer in het bezit is van een jacht akte. Op mijn antwoord dat ik niet wist wie dat was wilden zij niet meewerken en deelden zij mij mee dat ze een gerechtelijk onderzoek naar de geschoten bok te gaan instellen omdat zij van mening zijn dat hier sprake kan zijn van een ernstige vorm van stroperij. Uiteindelijk zat ik dus om de tafel met alleen maar medewerkers van de stichting het reewild.

Aanwezig namens het reewild waren de heren:

J. de Wissel, P. Valwild, G. de Bok, L. de Giet, W. Geschoten, I. Zweetman, J. gewei. en de voorzitter van deze avond mevrouw Ineke de Hond.
De notulen zijn gemaakt door mevrouw Willemien van het Schot.

Speciaal wil ik dank zeggen aan de heer Kees de Jager voor het regelen van de zaal en drankjes.

Daar er geen uitschot plaats zichtbaar is op een aantal van de genoemde plekken (nek, loper) en de genoemde korte afstand tussen schutter en het stuk gaan de deelnemers er vanuit dat op genoemde plekken geen inschot heeft plaats gevonden. Als volgende werd opgemerkt dat het stuk uit het struweel naar buiten is getreden en markeerde waarna het schot werd afgegeven. Als het dier nog tot vluchten in staat zou zijn geweest, was het absoluut terug de dekking in gegaan. Uit de foto blijkt echter duidelijk dat dit niet is gebeurt.

Wel melden de heren Zweetman en de Wissel het jammer te vinden dat het kaliber waarmee is geschoten niet wordt vermeld. Dit had tot een duidelijker antwoord kunnen leiden.

Ecter zijn zij (ondanks dat zij geen informatie hebben over waarmee geschoten is) unaniem van mening dat gezien de korte afstand die de kogel heeft afgelegd en er geen uitschot is te zien er drie plekken zijn waar de kogel het stuk kan hebben geraakt. Dat moet of op het dikke gedeelte van de achterhand zijn (de Bil en daar moet je niet op schieten want op billen moet je alleen slaan) of op het blad. Als laatste optie kwam ook naar voren dat het stuk geraakt zou kunnen zijn schuin van voren op de borst en dat de kogel het stuk heeft verlaten achter het blad aan de zijde waar het dier op licht. Echter valt uit de beschrijving in het artikel op te maken dat dit niet aan de orde kan zijn.

Als het ree aan de bil zou zijn geraakt had het eventueel de dekking kunnen bereiken, maar er zou ook geen helder bloed aanwezig zijn.

Als laatste is iedereen unaniem van mening dat als enigste overblijft een blad schot. Door het doordringen van het blad in combinatie met de vervorming van de kogel is er geen uitrede plaats te zien omdat de kogel het ree waarschijnlijk niet heeft verlaten. Bij een iets schuin geplaatst blad schot kan er zowel donker bloed als helder bloed aanwezig zijn. Iedereen is verder unaniem van mening dat bij een dergelijk schot er hooguit sprake kan zijn van opspringen en of twee ongecontroleerde stappen en het stuk dood ligt.

De voorzitter, mevrouw de jager meld ten overvloede dat zij uit persoonlijke ervaring mee kan delen dat het heftig gepenetreerd worden van op korte afstand het verder lopen of bewegen onmogelijk maakt. (besloten is om deze opmerking uit de notulen te verwijderen). Dus samenvattend: iedereen is unaniem van mening dat hier duidelijk sprake is van een bladschot en dat het stuk in de onmiddellijke omgeving van de aanschot plaats ligt. Nazoek dus overbodig.

Mevrouw de jager dankt een ieder voor de aanwezigheid en de inbreng die deze avond tot dit succes heeft gemaakt.

De avond wordt afgesloten met een drankje en bitter garnituur in restaurant het veluws Ree. Gaande de gezamenlijke borrel werd door de deskundigen gemeld dat als er sprake zou zijn van een andere uitkomst dan door hun gegeven hier duidelijk sprake is van het beroemde jagerslatijn en zij voortaan elke medewerking aan de site van de Zweethond zouden gaan weigeren.

Sjoerd, jageslatininst.

1 opmerking:

  1. Geweldig genoten Sjoerd van dit knap stukje schrijfwerk, bijzonder origineel en zeer vermakelijk! Dank daarvoor!
    Annemiek

    BeantwoordenVerwijderen

Bedankt voor uw reactie deze wordt bijzonder gewaardeerd!